Rechten van de patiënt

Sinds 2002 zijn de rechten van de patiënt in zijn of haar relatie met zorgverleners wettelijk vastgelegd. Het gaat daarbij om volgende zorgverleners: artsen, tandartsen, apothekers, vroedvrouwen, kinesisten, verplegers, beoefenaars van een paramedisch beroep (bijv. logopedisten, podologen, ...).

Dankzij deze wet bestaat er een wettelijk kader dat het evenwicht herstelt in de relatie tussen de patiënt en de zorgverlener. Naast het feit ziek te zijn, bevindt de patiënt zich door het gebrek aan informatie en aan kennis namelijk vaak in een kwetsbare situatie ten opzichte van de zorgverlener.



Je beschikt over zeven rechten:


Het recht op hoogwaardige zorg.

De patiënt heeft recht op kwalitatieve zorg met respect voor de menselijke waardigheid, zonder enig onderscheid op basis van sociale achtergrond, seksuele voorkeur en geloofsovertuiging.


Het recht om vrij voor een beroepsbeoefenaar te kiezen.

De patiënt mag vrij kiezen welke beroepsbeoefenaar hem of haar verzorgt, en kan deze keuze ook steeds wijzigen.  Dit is echter geen absoluut recht: het kan beperkt worden door een noodsituatie of door de organisatie binnen een ziekenhuis (bijv. wanneer een ziekenhuis slechts één specialist telt).


Het recht op informatie rond de gezondheidstoestand.

De patiënt heeft recht op essentiële info om de gezondheidstoestand en de evolutie hiervan te begrijpen. Deze informatie moet duidelijk en begrijpelijk worden meegedeeld.  Indien de beoefenaar echter van mening is dat deze informatie een negatief effect kan hebben voor de patiënt, kan hij of zij onder bepaalde voorwaarden beslissen om de informatie niet mee te delen. De patiënt kan een vertrouwenspersoon aanwijzen om hem of haar bij te staan en om de informatie over de gezondheidstoestand te ontvangen.
De patiënt kan weigeren om geïnformeerd te worden over de gezondheidstoestand.  Als een gebrek aan informatie de gezondheid van de patiënt schade kan toebrengen, is de beoefenaar echter wel verplicht om de patiënt te informeren.


Het recht om vrij toestemming te geven voor het verstrekken van zorg.

De patiënt moet voldoende informatie ontvangen om met volledige kennis van zaken toestemming te kunnen geven voor de voorgestelde interventie of behandeling.
De patiënt kan zijn of haar instemming weigeren of intrekken. In dat geval moet hij of zij geïnformeerd worden over de gevolgen van deze beslissing.
Als het in een noodsituatie echter onmogelijk is om de wil van de patiënt te achterhalen, dan kan de zorgverlener alle noodzakelijke interventies toepassen in het belang van de patiënt
.

Het recht om over een medisch dossier te beschikken.

De patiënt heeft het recht op een actueel medisch dossier en mag er een kopie van maken en het onverwijld raadplegen.  Enkel persoonlijke notities van de zorgverlener en gegevens over derden blijven vertrouwelijk. 
Indien de patiënt overlijdt en hij of zich er bij leven niet tegen heeft verzet, kunnen bepaalde naasten met een geldige reden een beoefenaar aanwijzen die het dossier van de overledene raadpleegt.


Recht op privacy.

Informatie betreffende de gezondheid van de patiënt kan nooit aan derden worden meegedeeld, behalve op wettelijke uitzondering en ter bescherming van de volksgezondheid (bijv. bij besmettingsrisico).
Daarnaast zijn tijdens de verzorging enkel personen met een geldige aanwezigheid toegelaten, tenzij de patiënt goedkeuring verleent.


Recht op bemiddeling.

Als de patiënt vindt dat een van zijn of haar rechten niet gerespecteerd werd, kan hij of zij klacht indienen bij de bemiddelingsdienst.
 

Wil je graag meer informatie? Neem contact op met ons